Plan van aanpak herontwerp
1.
Welke onderwijseenheid
De module die in aanmerking komt voor het herontwerp is de
pas ontwikkelede module “productietechniek 1”. Deze module is opgezet volgens
het 4C/ID model van Merriënboer. Dit houd in dat de module uit een combinatie
van theorie en practicum bestaat, waarbij de theorie ondersteunend aan het
practicum is.
2.
Technische kennis
Binnen de module wordt gebruik gemaakt van powerpoint
presentaties en filmpjes om de productietechnieken te verduidelijken. Ook zijn
er twee filmpjes over het gebruik van de draaibank en de freesbank. Deze worden
als instructiefilmpjes in de les gebruikt.
Volgend jaar wordt er overgegaan naar een nieuw boek
overgegaan; “Manufacturing Engineering and Technology” van S. Kalpakjian. Dit
boek heeft een eigen website waar ook veel filmpjes en ander digitale
informatie te vinden is. De theorie is daarmee goed afgedekt met betrekking tot
de leerdoelen.
3.
Didactische kennis
De module is geheel volgens het 4C/ID model opgezet. De
lessen worden gegeven in blokken van vijf lesuren waarbij regelmatig gewisseld
wordt van theorie naar praktijk. De lessen worden gegeven in het theorielokaal
dat grenst aan de werkplaats.
4.
Doel herontwerp
Het herontwerp richt zich niet zozeer op het theoriegedeelte
maar meer op het praktijkgedeelte. Theorie
en praktijk lopen door elkaar. Tijdens het blok van vijf lesuren wordt er
enkele keren gewisseld. Het tweede deel van het blok bestaat voornamelijk uit
praktijk. Hierin moeten de studenten werkstukken maken die bij elkaar een
bureaulamp vormen. In dit werkstuk zijn alle productietechnieken verzameld.
Logistiek gezien zijn hier een aantal obstakels te nemen. De groepsgrootte is
ongeveer twaalf studenten. Zij kunnen niet alleen tegelijk eenzelfde werkstuk
maken. Dit is niet mogelijk omdat er niet twaalf draaibanken, twaalf freesbanken
enz. enz. staan. Studenten worden verspreid over de werkplaats en worden door
twee docenten begeleid. Hierdoor kunnen wachttijden ontstaan voor sommige
leerlingen, wanneer de docenten andere studenten aan het helpen zijn. Om dit
voor een groot deel te voorkomen zouden didigtale hulpmiddelen een uitkomst
kunnen bieden.
5.
Samenhang technologische en didactische kennis
Buiten de filmpjes die al bestaan voor de verschillende
productietechnieken die bij Saxion aanwezig zijn zullen er nog een aantal
gemaakt moeten worden. Nadat de productietechniek is behandeld in de theorie
zou het erg handig zijn wanneer deze theorie/filmpjes ook geraadpleegd zou
kunnen worden bij de desbetreffende machine. Zo kan stap voor stap bekeken
worden wat er gedaan moet worden. De uitleg door de docent is al geweest, zowel
in theorie als aan de machine. Het nogmaals bekijken van de film is goed om het
nog eens rustig door te nemen, maar ook wanneer de student één of twee weken
later aan de machine staat is het handig om het nog eens te bekijken. De docent
hoeft dan niet iedere keer opnieuw de machine uit te leggen. Studenten kunnen
dan snel aan de slag en werken in hun eigen tempo (ook buiten de lessen).
Het is ook mogelijk de machine af te beelden en achter iedere “knop” een uitleg zetten waar deze knop voor dient. Daarnaast zou voor bijvoorbeeld “draadsnijden” op een draaibank een heel stappenplan weergegeven worden.
Het is ook mogelijk de machine af te beelden en achter iedere “knop” een uitleg zetten waar deze knop voor dient. Daarnaast zou voor bijvoorbeeld “draadsnijden” op een draaibank een heel stappenplan weergegeven worden.
6.
Digitale tools
De digitale tools die voor een dergelijk herontwerp nodig
zijn, zijn voornamelijk goede instructievideo’s en het softwareprogramma “STAP
1” van Kusoma (http://www.kusoma.nl/?page_id=120).
In “STAP 1” kan een plattegrond van de werkplaats gemaakt worden met alle
machines. Vervolgens kan er per machine een layout gemaakt worden van
bijvoorbeeld alle bedieningselementen. Deze kunnen stuk voor stuk worden
voorzien van een uitleg. Daarnaast kunnen er opdrachten in gezet worden of
procedures zoals bijvoorbeeld het “draadsnijden”. Naast deze functionaliteiten
kunnen alle handleidingen die bij de machine horen er digitaal in opgeslagen
worden alsmede de onderhoudshistorie. Dit kan weer interessant zijn voor
studenten om te kijken hoe duur een machine daadwerkelijk is.
Deze informatie hoort bij de machine opvraagbaar te zijn.
Alle studenten van wertuigbouwkunde hebben een laptop. Het is echter niet aan
te raden deze laptops bij verspanende machines te zetten in verband met olie en
metaalkrullen. Om één en ander goed in te richten is een zuil met touchscreen
of I-pad noodzakelijk. Zo ontstaan er ook geen gevaarlijke situaties met losse
laptops en bijbehorende snoeren. Bij het ontwerp dient de veiligheid goed in de
gaten te worden gehouden.
7.
Doelstelling
Zoals ook in les 1 omschreven is de doelstelling van dit herontwerp
om de studenten interactiever bij te kunnen staan tijdens het practicum
waardoor er efficiënter gewerkt kan worden. Zowel voor student als docent is
dit een positieve ontwikkeling. Ook de veiligheid zal hierbij gebaat zijn
aangezien er studenten zijn die een jaar na productietechniek 1 nog wel eens
iets moeten maken. Zij kunnen dan zelfstandig hun kennis wat ophalen en aan het
werk gaan.
8.
Onderbouwing
In het onderzoek dat gedaan is tijdens de pilot (september
2012 tot november 2012) werden er regelmatig opmerkingen gemaakt ten aanzien
van het wachten op docenten voor uitleg. Ook in de gesprekken met de docenten
kwam dit naar voren. Zij gaven aan dat het vaak kleine dingen zijn waar de
studenten op “vast lopen” en die tijdens de theorie zijn uitgelegd. Ook buiten
de lessen zijn de dovcenten vaak druk met het begeleiden van de studenten.
Hiermee zou dat wat minder intensief hoeven te gebeuren.
